Tussen religie en journalistiek

Een collega hoofdredacteur zei deze week tegen me dat ze MoslimVandaag meer ziet als de religieuze versie van WijBlijvenHier.nl. Ik was gevleid, want ik ben een groot bewonderaar van de site. Het was echter de eerste keer dat ik er op die manier over nadacht. Natuurlijk komt het initiatief van MoslimVandaag voort uit religieuze motieven. Toch is het voor ons altijd moeilijk geweest om dat naar het publiek te pretenderen. Vooral omdat we die pretentie niet kunnen waarmaken. We zijn immers geen geleerden, geen specialisten op gebied van islamitische kennis. We maken een journalistiek product. Onze schrijvers mochten nooit juridische uitspraken doen (fatwa’s). Opinie is prima, zolang het wordt gepresenteerd als opinie en het duidelijk is dat de schrijver geen islamitische autoriteit is. Wat mij betreft mogen gewone stervelingen zoals ik gewoon over religie praten. Het is nuttig om met elkaar van gedachten te wisselen, om van elkaar te leren. Zolang we onszelf echter niet gaan zien als sprekers met autoriteit.

 

De uitzonderingen op de bovenstaande regel kan ik in een zin noemen: ‘Is de muziek van Maher Zain haram?’ en ‘Jihad of geen jihad?’ Deze twee stukken zijn columns van mijn hand. Hoewel de titel ‘Is de muziek van Maher Zain haram?’ anders suggereert, bevatte het artikel geen eindoordeel. Het stuk was een reactie op de discussie die al jaren op Facebook wordt gevoerd en vaak gedomineerd wordt door de mening dat muziek in het algemeen haram is. Mijn doel was om uit te zoeken wat de inhoud is van dit standpunt op basis van uitspraken van geleerden en onderzoekers. Vervolgens heb ik Maher Zain geinterviewd en hem dezelfde vraag gesteld. Ik heb zijn optreden bekeken en zijn songteksten bestudeerd. Het ging mij erom dat de lezer de echte argumenten te horen kreeg. De uitspraken die ik in het stuk heb geciteerd zijn echter uitspraken van anderen en niet van mij. Het is journalistiek, moslimjournalistiek.

Datzelfde geldt voor het meer recente stuk met de titel ‘Jihad of geen jihad?’ een relevante vraag voor een groot deel van onze jongeren die worden opgestookt om naar Syrië te reizen om daar deel te nemen aan de gevechten tegen de regering van Asad. Wederom ging het hier niet om een juridisch oordeel van mijn kant. Ik ben hier echter wel verder gegaan dan in de andere stukken, omdat ik er veel over heb gelezen. Ik heb hier een standpunt ingenomen, waarvan ik dacht dat de lezer gediend zou zijn. Ik heb een soort balans proberen te vinden om nuance in de discussie te brengen, waarbij vaak of het ene uiterste wordt gekozen (alles is geoorloofd in tijden van oorlog), of het andere uiterste (jongeren die gaan vechten in Syrie zijn terroristen en kunnen gezien worden als staatsgevaarlijke criminelen).

In het stuk heb ik uitgelegd wat de mening is van bepaalde geleerden die de moderne jihad legtiem verklaren op basis van islamitisch-juridische kaders. Daartegenover heb ik in hetzelfde stuk de weerbarstigheid van de realiteit proberen aan te geven. Mijn twijfels over de juiste redenen, de effectiviteit, de onderlinge strijd tussen verschillende groepen en de onervarenheid van de Nederlandse jongeren die erover praten. Mij stuk werd dan ook afgesloten met de conclusie dat het beter zou zijn om humanitaire hulp te bieden, omdat je dan als moslim zeker weet dat je geen problemen krijgt. In deze wereld en in het hiernamaals. Ik hoop dat moslims hun verstand gebruiken en zichzelf en anderen niet in de problemen brengen door de politieke spanning op het wereldtoneel.

Zoals gezegd, ik heb nooit de pretentie gehad om MoslimVandaag in te zetten als religieuze autoriteit. We maken een blad voor alle moslims en de uitdagingen van onze gemeenschap liggen wat mij betreft vooral in onze eigen ontwikkeling, samenwerking, zelfvertrouwen, professionaliteit, zelfstandigheid. De belangrijkste religieuze factor die daarbij speelt is ons vertrouwen in de islam, in Allah en onze oriëntatie op de voorbeeldfunctie van de Profeet – vrede zij met hem. De prioriteit ligt wat mij betreft niet in het oplossen van juridische vraagstukken en het bediscussiëren van de wereldpolitiek in koffiehuizen. Dit is de taak van geleerden en deskundigen die zich op dit gebied bekwaamd hebben. Onze prioriteit ligt wat mij betreft in het opzetten van activiteiten en organisaties die de moslims in Nederland sterker en slagvaardiger maken, in het ontwikkelen van onze mentale weerbaarheid bij tegenslagen en het inspireren van onze omgeving door profetische wijsheid en voorbeeldgedrag voor onze kinderen.

Josef Stevens

Bron: moslimvandaag.nl

Geef een reactie